21.0975

Met verbeten gezicht ren ik de bocht om. Nou ja, echt rennen is het niet meer te noemen ondertussen. Het is de laatste bocht voor de finish en verschillende mensen om me heen maken vaart voor een eindsprint. Daar heb ik echt geen puf meer voor. Nog 50 meter. Nog 20. Nog 10…

De afgelopen maanden hebben de weekenden in het teken gestaan van hardlopen. Training na training liepen Sander en ik kilometer na kilometer om ons voor te bereiden op vandaag: de halve marathon van Berlijn.
En al valt het niet helemaal onder de noemer ‘wereldreis’ of ‘voorbereidingen voor de wereldreis’, toch wil ik jullie meenemen naar deze bijzondere dag.

Het begint erg goed vanochtend. We zijn op tijd wakker, hebben onze spullen klaar, het is prachtig hardloopweer en we weten feilloos de metro te vinden naar de start. Maar we merken al meteen dat we niet de enige zijn en aangekomen bij het start- en finishterrein is het een drukte van jewelste. We maken wat foto’s en spreken een plek af waar we elkaar na de wedstrijd weer zullen treffen en nemen dan afscheid van Jan, Susanne en Lise die langs het parcours ons zullen toejuichen. Sander en ik zoeken ons een weg tussen de vele andere sporters door naar de vrachtwagen om onze kleren te droppen, een wc en onze startvakken.
Sander start in een ander vak dan ik, en dus sta ik zonder hem in startvak F te wachten op het moment dat het startschot gaat. Dat gaat voor de hardlopers uit startvak A om vijf over tien. Ik kijk op het sporthorloge wat ik van Inge geleend heb: tien over half tien. Het duurt dus nog even.

09.45u: in de drukte van het startvak probeer ik de tijd te doden. Ik rek mijn spieren een beetje en pruts overbodig aan de veters van mijn schoenen. Nu zit de rechterschoen een stuk strakker dan de linker. Shit. Ik begin opnieuw.

09.55u: het startschot van de rolstoelracers en handfietsers. Ik sta op mijn tenen in een poging er iets van te zien, maar ik zie alleen ergens in de verte een groen met witte boog. Dat moet de start zijn.

10.05u: weer een startschot. Ditmaal van de eerste hardlopers. Er klinkt een enthousiast applaus en gejuich uit de overige startvakken.

10.15u: ik sta nog steeds op dezelfde plaats. Ik geloof dat ondertussen de tweede wave hardlopers – waar Sander bij hoort – al vertrokken is, maar dat weet ik niet zeker.

10.25u: langzaam beginnen mensen stapjes vooruit te schuifelen en mag ons startvak, als laatste, dan ook naar de start. Ondertussen zien we de eerste skaters al over de finish rijden.

10.30u: Jetzt geht’s los! Joelend rennen we onder de startboog door en begint het! De 37e halve marathon van Berlijn, en ik doe mee!!

De eerste kilometers loop ik veel te snel, maar ik krijg het niet voor elkaar te vertragen. Ik zie de Berliner Dom en ren over een brug met allerlei beelden langs de rand.

3 km: de Brandenburger Tor komt in zicht. Hier staan Jan, Susanne en Lise en ik houd links aan zoals we hebben afgesproken. In volle vaart loop ik onder de meest linker boog van de Tor door en beantwoord enthousiast de high-five van Jan.

5 km: het gaat nog steeds lekker! De Siegessäule ligt net achter me en ik loop al iets meer in mijn eigen tempo. Toch ligt mijn gemiddelde snelheid nog hoog met 5.40 minuten per kilometer.

8 km: ik heb mijn vertrouwde ritme te pakken en geniet nog volop. Ik high-five kinderen langs de route, klap mee met drumbands en steek duimen omhoog naar fotografen onderweg.

10 km: 59 minuten! Perfect op schema! Een waterpost zorgt voor wat vertraging, maar ook voor verkoeling. Ondertussen is het warm en ik giet de helft van mijn bekertje over me heen om af te koelen.

16 km: een fietser steekt onhandig het parcours over. Het meisje dat naast me loopt moet opzij springen om niet te botsen met de fietser, en ik op mijn beurt maak een vreemde sprong om het meisje te ontwijken. Bij het neerkomen steekt het fel in mijn knie.
De waterpost aan de andere kant van de weg mis ik, want oversteken lukt niet.

17 km: Potsdamer Platz! Hier moeten Jan, Susanne en Lise weer staan. Ik neem me voor bij hen een slok water te drinken, maar voordat de fles uit de tas is, ben ik natuurlijk al voorbij gelopen. Zo’n tweehonderd meter verder staat een meneer met flesjes water en cola. Hij drukt me een fles water in de hand die ik gretig aanneem. Ondertussen blijft mijn knie gemeen zeer doen en worden mijn benen behoorlijk moe. Mijn geplande eindtijd ga ik niet meer halen, maar ik probeer er het beste nog van te maken.

19 km: nog twee te gaan! Ik ben kapot en heb het benauwd van de warmte. Ik besluit heel eventjes te wandelen om mijn ademhaling onder controle te krijgen. Als ik weer wil beginnen met hardlopen heb ik meteen spijt van deze beslissing: mijn knie doet nu nog meer zeer en weigert in een hardloopritme te komen. Ik wissel wandelen af met strompelend rennen en ben woest op mezelf.

20 km: ik dwing mezelf weer te rennen. Blijkbaar is de pijn en frustratie van mijn gezicht af te lezen, want ik hoor verschillende keren, in verschillende talen dat er bemoedigende woorden worden geroepen, gevolgd door mijn naam, die op mijn startnummer gedrukt staat.

21 km: de laatste bocht. Ik hijg piepend met dichtgeknepen keel en focus me op de groen-witte finish. Ik kijk nieteens op mijn horloge voor de tijd, ik wil gewoon die streep over en stoppen.

21.0975 km: de verlossende finishlijn! Mijn benen trillen, mijn knieën steken en mijn ogen branden. Ik probeer me het euforische gevoel te herinneren van toen ik finishte na de 10 km-loop in Eindhoven, een paar maanden geleden, maar ik krijg het nog niet te pakken. Ik ontvang gelaten mijn medaille en pak twee stukken banaan die ik wegspoel met twee bekertjes water en een bekertje ijsthee.
Ik raak aan de praat met een paar andere hardlopers en krijg een grote beker alcoholvrij bier in mijn handen gedrukt. Het blije gevoel begint te komen. Ik ben gewoon gefinisht!
Buiten de hekken tref ik de rest weer. Sander liep fantastisch, met weer drie minuten onder zijn PR en Jan staat klaar met bloemen.
Op de rand van een fontein zitten we in de zon met koekjes en de laatste slok van het alcoholvrije bier. “Supergoed gedaan!”, roepen Sander, Susanne en Jan. “Wat vond je er zelf van?”. “Ik wil echt bier vanavond”, antwoord ik. “En dit doe ik nooit meer”, lach ik erachteraan.

8 thoughts on “21.0975

Leave a comment