Wat me opviel in…Zuid Amerika!

Met het thuiskomen in Nederland sluit ik het laatste deel van mijn wereldreis af: Zuid Amerika ligt alweer achter me.
Dus bij deze de laatste blog in de categorie ‘Wat me opviel in’.
Wat me opviel in Zuid Amerika!

Continue reading “Wat me opviel in…Zuid Amerika!”

Dromen met mijn ogen open

Na een vlucht van twee uurtjes landt het vliegtuig op een grijs en druilerig Eindhoven Airport. Ik daal het trappetje af en loop door de miezerregen over het natte asfalt naar de bagagehal. Het is best fris, maar ik voel de kou niet.
Zenuwachtig sta ik bij de bagageband te wachten totdat deze eindelijk in beweging komt.
Als mijn tas verschijnt maak ik met trillende handen het slotje los waarmee de beschermhoes vastzit, en hijs ik onhandig de banden om mijn schouders – de laatste keer voorlopig.
Jan heeft zijn koffertje ondertussen ook van de band gepakt, en we lopen met de stroom mensen mee naar de schuifdeuren van de aankomsthal. De schuifdeuren waarachter mijn ouders staan!

Continue reading “Dromen met mijn ogen open”

Lekker lui

Ik lig in een luie stoel aan de rand van een mooi zwembad. Ik heb net een rustige wandeling gemaakt langs allerlei tropische vogels en vermaak me nu met een boek.
Als de zon me te heet wordt, laat ik me in het verkoelende water zakken en trek ik sloom een paar baantjes.
De bomen geven wat schaduw en breken het zonlicht, wat als gouden vlekjes danst op de gladde ronde stenen die het zwembad omrandden.
Mijn laatste wereldreisdagen doe ik lekker rustig aan.

Continue reading “Lekker lui”

Planeet Uyuni

Ik zweef, en toch sta ik met beide voeten op de grond, in lauw water, op een metersdikke laag spierwit zout.
Zo ver ik kijken kan is de omgeving wit met blauw. Ik zie wolken op de grond, ik zie auto’s die lijken te vliegen in het oneindige en door de vreemde perspectieven zie ik grote dingen die klein zijn, en kleine dingen die groot lijken.
Ik begeef me in een andere dimensie. Op de aarde maar ook in de ruimte. In het niets en toch in het alles.
De zoutvlakten bij Uyuni zijn buitenaards mooi
.

Continue reading “Planeet Uyuni”

Eiland van de zon en de maan

Om me heen hoor ik niets dan het kwetteren van vogels, het tsjirpen van krekels, het ruisen van de wind door de bomen en het kabbelen van het meer. Ik ruik de kruidige struiken, het natte gras en het koele water en ik voel de warme zon op mijn huid.
Voor me uit slingert een zandpad over een smalle richel, uitgehouwen in de harde rotsen en de hellingen naast me zijn begroeid met groene struiken.
Als ik mijn blik de steile flanken van de berg naar beneden laat volgen, ligt in de diepte een immens, diepblauw, uitgestrekt meer, met aan de andere oever – kilometers ver weg – een krans van met sneeuw bedekte bergtoppen.
Ik snuif de frisse lucht op en laat de wind met mijn haren spelen. Ik ben weer op een prachtig plekje.

Continue reading “Eiland van de zon en de maan”

Goodbye Galapagos

De zo verschillende en bijzondere eilanden, de azuurblauwe zee, de gekke cactusbomen, het witte zand, de zeeleeuwen op parkbankjes, de overal aanwezige leguanen, de pelikanen op de vismarkt, de enorme schildpadden, de vele haaien, de sierlijke zeepaardjes, de onverwachte orka’s, de vogels met knalblauwe poten, de kleine winkeltjes vol snorkelspullen, de verkeersborden die me waarschuwen voor overstekende schildpadden en leguanen, de heerlijke wandelingen langs bijzondere natuur, de grillige vulkanische rotsen, de felroze flamingo’s, de rood-met-zwarte fregatvogels, de aalscholvers, die ene kleine pinguin, de wirwar van mangrovebossen, de betoverende snorkeltochtjes, de gele taxibootjes, de donkere lavatunnels, de zoute zeewind en vooral het gevoel zo ontzettend ver weg te zijn van het vaste land. Het was allemaal machtig mooi, maar helaas heb ik het ook allemaal weer moeten verlaten. Mijn fantastische, bijzondere en inspirerende dagen op de beroemde Galapagoseilanden zitten erop.

Continue reading “Goodbye Galapagos”

Geweldige Galapagos!

Over het gladde, blauwe water scheuren we richting onze snorkelspot. Een licht wolkendek beschermt ons tegen de verzengende zon en door de vaarwind ontstaat er een prettig briesje op mijn gezicht.
Als ik net lekker aan het ritme gewend ben, vermindert de kapitein plotsklaps vaart. ‘Sharks!’, roept hij en de onmiskenbare, scherp driehoekige rugvinnen van een paar haaien steken boven het wateroppervlak uit. Even later zien we manta’s en schildpadden. En dan…
Orca’s!

Continue reading “Geweldige Galapagos!”

Quilotoa

Ik loop over een slingerend zandpad steil naar beneden. De zon brandt genadeloos op mijn huid en ik moet mijn ogen samenknijpen tegen het felle licht. Met regelmaat moet ik mijn neus en mond beschermen met mijn handen, als grote stofwolken opwaaien wanneer groepjes muilezels gestaag het pad omhoog klimmen.
Meer dan tweehonderd meter beneden me glinstert het koude water in de uitgedoofde krater van de Quilotoavulkaan, en met het veranderen van de wolken lijkt de kleur van het water elke vijf minuten anders. Van staalgrijs tot diepblauw, en van lichtgroen tot helderblauw.
Continue reading “Quilotoa”

Oeroud oerwoud

In een flink tempo lopen we door het dichte oerwoud. Woelige klimplanten slingeren kronkelend langs enorme boomstammen richting de zon, die tientallen meters boven ons voorzichtig door het dichte bladerdak schijnt.
De grond is vochtig en modderig en donkergroene planten kruipen over de mossige grond en grijpen naar mijn enkels.
We zien grote spinnen en wandelende takken, kleurrijke vlinders en minuscule, vliegensvlugge kolibries.
Hoe dieper we het woud in lopen, hoe dichter het wordt, en wanneer we niet meer tussen de bomen door kunnen lopen, lopen we door een kristalhelder beekje verder. Totdat we op een hoge waterval stuiten.
Jorge, mijn gids, kijkt me aan met een enorme grijns. Met een dik Ecuadoriaans accent zegt hij dat dit de eerste waterval van de vier is. ‘And now we climb!’

Continue reading “Oeroud oerwoud”

Nariz del Diablo!

Door een groene vallei klimt het treintje waarin ik zit gestaag de steile berghelling op. Beneden in het dal stroomt een riviertje, we worden regelmatig getrakteerd op mooie vergezichten en het blijft heel gaaf om de locomotief van de trein te kunnen zien vanuit het raampje als we een bocht maken.
Ineens stoppen we, hoor en voel ik een flinke ‘Klonk!’, en rijdt de trein weer verder, maar dan achteruit.

De helling is zo steil geworden dat bochten maken onmogelijk is, en daarom zigzagt de trein zich een weg naar boven, naar de top van el Nariz del Diablo, the Devil’s Nose, oftewel de Neus van de Duivel!

Continue reading “Nariz del Diablo!”